Voor de vennootschap aftrekbare intrest op uw rekening-courant met creditsaldo
In het meer uitgebreide artikel ging het over de fiscale behandeling van de rekening-courant met een debet- of een creditsaldo ten overstaan van een vennootschap. Er is sprake van de rekening-courant met een debet- en met een creditsaldo. Tevens wordt er uitgelegd wat er gebeurt als de intrest op uw rekening-courant-tegoed overdreven wordt geacht of het bedrag van de rekening-courant zelf een bepaalde grens overtreft en daardoor geherkwalificeerd wordt. Wij verwijzen voor de volledigheid naar het voornoemde artikel via deze link.
In dit artikel is ook sprake van het nu wettelijk vastgelegde percentage van de intrestvoet op uw tegoed en die dan als marktrente kan gelden. Dit is gebaseerd op het MFI- tarief dat de Nationale Bank telkens publiceert voor leningen tot één miljoen euro met variabel tarief en die toegekend wordt aan niet-financiële vennootschappen, maar dan verhoogd met 2,5%.
Voor het 2021 en 2022 was dat percentage gelijk aan 4,07%. Voor dit jaar 2023 wordt dit dan 5,70%.
Vrijstelling van belasting op een gedeelte van de jaarlijks ontvangen dividenden
Indien u binnenlandse en/of buitenlandse “normale” dividenden ontvangt via een Belgische rechtspersoon is door u (meestal ingehouden door de uitkerende vennootschap) normaal gezien 30% roerende voorheffing (RV) verschuldigd tenzij het om bijzondere dividenden gaat zoals in het regime van VVPR-bis of het stelsel van de liquidatiedividenden waarbij in het algemeen die RV lager valt.
Zelfs al is op die buitenlandse dividenden ook al buitenlandse bronbelasting ingehouden en betaald, toch is de 30% Belgische RV verschuldigd op het buitenlandse nettobedrag.
De mogelijkheid bestaat om een bedrag van 240 € aan effectieve belasting te besparen zijnde een maximaal gedeelte van de werkelijk ingehouden RV. Dit geldt trouwens per afzonderlijke belastingplichtige. Vaak is dus de belastingbesparing 480 € jaarlijks.
Deze recuperatie van RV ingehouden op de binnenlandse of buitenlandse dividenden doet u bij voorkeur op deze dividenden waarop natuurlijk de meeste RV werd ingehouden. Dit zijn dus de Belgische dividenden met inhouding van 30% RV, de buitenlandse dividenden en de dividenden van een vennootschap waarop de ingehouden RV minder is dan 30% (zie hierboven bijvoorbeeld de VVPR-bis-dividenden en de liquidatiedividenden).
Over autofiscaliteit anno 2023
In het algemeen voor de auto’s met een verbrandingsmotor:
De huidige regeling is gebaseerd op de fiscale aftrek volgens de gramformule:
Aftrek % = 120% – (0,5 x coëfficiënt brandstof x aantal gram CO2 )% (dus tussen de 40% en de 100% aftrekbaar)
- Ten laatste op 30 juni 2023 bestelde auto’s vallen niet onder de nieuwe regels van aftrekbaarheid en blijven dus net zoals vandaag voor hun ganse levensduur aftrekbaar volgens de bovenstaande gramformule.
- Na 30 juni 2023 doch voor 31 december 2025 bestelde auto’s op fossiele brandstof geldt een overgangsregeling. Vanaf 2025 zullen de volgens de gramformule berekende aftrekbaarheid verder beperkt worden tot 75% in 2025, 50% in 2026, 25% in 2027 om dan 0% te worden in 2028.
- De vanaf 1 januari 2026 bestelde auto’s is er geen fiscale aftrek meer mogelijk.
In het algemeen voor de auto’s die CO2 vrij zijn:
- De auto’s aangeschaft voor 1 januari 2027 zijn steeds voor 100% aftrekbaar aangezien zij volgens de gramformule 0% CO2 uitstoten.
- Deze aangeschaft vanaf 1 januari 2027 zullen voor hun ganse periode gradueel in aftrek dalen. In 2027 nog 95% aftrekbaar, in 2028: 90%, 2029: 82.5%, 2030: 75% en 2031 nog 67.5% aftrekbaar.
Bijkomend ter info: Slimme laadpalen gaven voor particulieren recht op een belastingvermindering van 45% met een maximum van 675 €. Deze vermindering is vanaf 2023 gedaald tot 30% en een maximum van 450 €. Voor bedrijven die voor het publiek toegankelijke slimme laadpalen konden genieten van een verhoogde aftrek van 200%. Deze verhoogde aftrek daalde vanaf 1 april 2023 tot 150% in principe tot 31 augustus 2024.
Enkele fiscale weetjes voor 2023
Onroerende voorheffing
Door de hoge inflatie zal ook het kadastraal inkomen (KI) dat geïndexeerd is afgestemd worden op de stijgende inflatie. De onroerende voorheffing (OV) die berekend wordt op dit KI die u in 2023 zal betalen zal dus ongeveer 10% hoger liggen.
Co-ouderschap
Vóór 1 januari van dit jaar kon slechts de ouder bij wie het kind gedomicilieerd was, vermindering van de onroerende voorheffing verkrijgen. Dit maakt volgens het Grondwettelijk Hof een discriminatie uit aangezien de kinderen slechts op één adres gedomicilieerd kunnen zijn zelfs al wonen ze alternerend bij ieder van de ouders. Vanaf dit jaar kan dus een proportionele verdeling van de vermindering gevraagd worden.
Onderzoeks-en aanslagtermijnen aanzienlijk verlengd, ook de bezwaartermijn
Vanaf inkomstenjaar 2022, dus aanslagjaar 2023 worden voor de toekomst de onderzoeks-en aanslagtermijnen aanzienlijk verlengd wanneer er geen, een foutieve (volgens FOD Financiën) of een laattijdige aangifte bestaat en dit van 3 tot 4 jaar. Voor “complexe aangiftes” wordt deze termijn verlengd tot 6 jaar en bij fraudedossiers wordt dit zelfs 10 jaar.
Voor iedere belastingplichtige geldt voortaan een bezwaartermijn tegen een ingekohierde aanslag van 1 jaar in plaats van 6 maanden.
Inkomsten auteursrechten
Vanaf 1 januari 2023 geldt een sterke beperking van het domein van de auteursrechten, met name tot de inkomsten uit artistieke werken, verkregen op wisselvallige en onregelmatige wijze. U zal moeten beschikken over een “kunstwerkattest” dat aantoont dat u degene bent die de rechten kan doen gelden voor publicatie, voor reproductie of voor openbare uitvoering.
Er geldt nog steeds de regel van het absolute grensbedrag dat voor 2023, 70.220 € bedraagt. Nieuw is de invoering van a) een relatieve beperking door de inkomsten van auteursrechten af te zetten tegen de globale bedrijfsinkomsten. Maximaal 30% van deze totale inkomsten kunnen bestaan uit auteursrechten. De overige 70% wordt belast als bedrijfsinkomsten (grens 50/50 in inkomstenjaar 2023, 40/60 voor 2024 en dus 30/70 voor 2025) en b) bijkomend bestaat er voortaan nog een bijkomende grens die bestaat uit het gemiddelde van de inkomsten uit auteursrechten van de vier vorige belastbare jaren die dan niet meer mogen bedragen dan de eerste absolute grens van 70.220 € voor het inkomstenjaar 2023 (absolute grens is voor 2023 als overgangsmaatregel 35.110 € en kostenforfait ook de helft beperkt tot 14.042,50 €).
Meer flexijobs mogelijk
Buiten horeca en kleinhandel, nu ook land- en tuinbouw, evenementen, cultuur, bioscopen en zorg- en sportwereld.
Forfaitaire Buitenlandse Belasting (FBB) op royalty’s
Vanaf 1 januari 2024 wordt de verrekening met de Belgische belasting van de in het buitenland ingehouden bronheffing beperkt tot de werkelijk betaalde buitenlands bronheffing in plaats van een FBB van 15% om de dubbele belasting te vermijden.