Inhoud
Over wat gaat het?
Over wie gaat?
Voorwaarden om fiscaal ten laste te kunnen nemen
Hoeveel bedraagt het voordeel dan?
Besluit
Over wat gaat het?
Indien u personen ten laste heeft krijgt u als belastingvoordeel een verhoging van het belastingvrij minimum, dus een verhoging van de som waarop u geen belasting betaalt.
Het is vaak niet gemakkelijk om te bepalen of iemand al dan niet als ten laste kan worden beschouwd.
Over wie gaat het?
Het gaat over kinderen en/of andere personen ten laste. Buiten de hieronder opgesomde categorieën is het niet mogelijk andere personen ten laste te hebben. Dus zeker ook niet uw wettelijk of feitelijk samenwonende partner.
Kinderen
Kinderen of geadopteerde kinderen, kleinkinderen of achterkleinkinderen;
Kinderen die u volledig of hoofdzakelijk ten laste heeft zoals bijvoorbeeld kinderen van ouders die uit de ouderlijke macht zijn ontzet.
Andere personen ten laste
ascendenten (ouders of grootouders);
uw (half)broers en (half)zussen;
de personen die u ten laste hadden toen u zelf kind was (bijvoorbeeld de tante die u, na het overlijden van uw eigen ouders, tijdens uw jeugd ten laste heeft genomen).
Voorwaarden om fiscaal ten laste te kunnen nemen:
- Duurzaam deel uitmaken van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar dus in casu 1 jan 2023!;
- geen netto bestaansmiddelen hebben boven een bepaalde grens;
- Het kind mag geen bezoldigingen ontvangen die u inbrengt als beroepskosten
Duurzaam deel uitmaken van het gezin
Als het kind tijdelijk de gezinswoning heeft verlaten omwille van bijvoorbeeld studies, ziekte e.a., wordt het nog steeds beschouwd als deel uitmakend van het gezin.
Worden ook nog steeds geacht deel uit te maken van het gezin op 1 januari 2023 de kinderen die in 2022 overleden zijn, op voorwaarde dat zij reeds ten laste waren voor het voorgaande aanslagjaar (d.w.z. aanslagjaar 2022, inkomsten 2021);
de kinderen die in 2022 geboren en overleden zijn;
de kinderen die in 2022 doodgeboren zijn of verloren zijn bij een miskraam na ten minste 180 dagen zwangerschap;
de in 2022 vermiste of ontvoerde kinderen, op voorwaarde dat zij reeds voor aanslagjaar 2022 (inkomsten 2021) ten uwen laste waren en zij op 1 januari 2023 nog geen 18 jaar waren;
u de verdwijning of ontvoering uiterlijk op 31 december 2021 hebt aangegeven bij de politie of ter zake een klacht hebt ingediend bij het parket of bij de Belgische overheden die bevoegd zijn inzake ontvoeringen van kinderen.
Geen netto bestaansmiddelen hebben ontvangen boven een bepaalde grens
De aard van de netto bestaansmiddelen wordt zeer ruim beoordeeld en zijn niet afhankelijk van de toevallige of regelmatige toekenning ervan.
Het gaat bijvoorbeeld over lonen, leeflonen, werkeloosheidsuitkeringen, onderhoudsuitkeringen, pensioenen, winsten of baten in het kader van de deeleconomie, inkomen uit verenigingswerk, roerende inkomsten, onroerende inkomsten en dergelijke meer.
Indien echter de persoon ten laste volgende bestaansmiddelen heeft genoten blijft hij niettemin ten laste van het gezin:
- de eerste schijf van 2.910 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022) van de bezoldigingen verkregen door studenten in uitvoering van een contract voor studentenarbeid en door leerlingen in een alternerende opleiding, evenals winst, baten en bezoldigingen van een bedrijfsleider behaald of verkregen door studenten-zelfstandigen. (Aanslagjaar 2024, inkomsten 2023: 3.190 euro)
- onderhoudsuitkeringen die ingevolge een gerechtelijke beslissing met terugwerkende kracht zijn toegekend of verhoogd en die zijn betaald na het jaar waarop ze betrekking hebben
- de eerste schijf van 3.490 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022) van de ontvangen onderhoudsuitkeringen, van de overlevingspensioenen toegekend aan wezen in de publieke sector en van de wezenrenten, die aan kinderen zijn toegekend. (Aanslagjaar 2024, inkomsten 2023: 3.820 euro).
- de eerste schijf van 28.100 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022) van pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen ontvangen door ouders, grootouders, overgrootouders, broers of zussen die 1 januari 2023 65 jaar of ouder zijn. (Aanslagjaar 2024, inkomsten 2023: 30.800 euro)
- wettelijke kinderbijslagen, kraamgelden en adoptiepremies
- studiebeurzen
- premies voor het voorhuwelijkssparen
- inkomsten verkregen door een persoon met een beperking, die in principe recht heeft op de tegemoetkomingen aan personen met een beperking zoals bepaald in de wet van 27 februari 1987, ten belope van het maximumbedrag waarop deze persoon volgens die wet recht heeft
- bezoldigingen verkregen door personen met een beperking ingevolge hun tewerkstelling in een erkende beschutte werkplaats
Hoe worden de netto bestaansmiddelen bepaald?
De basis van het inkomen gaat steeds over een bruto bedrag.
Van dit bruto bedrag mag u bepaalde bestanddelen aftrekken om de netto bestaansmiddelen te bepalen. Deze zijn hiervoor opgesomd.
Bovendien mag van het inkomen nog worden afgetrokken:
- ofwel de werkelijk bewezen kosten die u kan aantonen met bewijsstukken,
- ofwel een forfaitair bedrag van 20%, met een minimum van 480 euro (inkomsten 2022) voor de bezoldigingen en de baten van vrije beroepen of andere winstgevende bezigheden. (Aanslagjaar 2024, inkomsten 2023: 530 euro).
Als het gaat over bestaansmiddelen onder de vorm van een loon, worden deze enkel in aanmerking genomen na de aftrek van de sociale zekerheidsbijdrage of solidariteitsbijdrage, maar voor aftrek van de bronbelasting (bedrijfsvoorheffing). Als geen belasting aan de bron werd ingehouden, stemt het brutobedrag dus overeen met het werkelijk betaalde bedrag.
Hoeveel bedraagt het voordeel dan?
Zoals gezegd bestaat het voordeel uit de verhoging van de belastingvrije som. Hieronder een tabel met betrekking tot het inkomstenjaar 2022 (Aj. 2023) en het inkomstenjaar 2023 (Aj. 2024)
voor 1 kind ten laste | €1.690 | €1.850 |
voor 2 kinderen ten laste | €4.340 | €4.760 |
voor 3 kinderen ten laste | €9.730 | €10.660 |
voor 4 kinderen ten laste | €15.740 | € 17.250 |
voor meer dan 4 kinderen ten laste supplement per kind boven het 4de | €15.740 €6.010 | €17.250 €6.580 |
(bron FOD Financiën)
Extra toeslagen op de belastingsvrije som:
- Voor een kind met een beperking wordt beschouwd als twee kinderen ten laste;
- Voor elk kind jonger dan 3 jaar waarvoor u geen uitgaven voor kinderopvang aftrekt: 630 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022). (Aanslagjaar 2024, inkomsten 2023: 690 euro);
- Als u alleen wordt belast en u één of meer kinderen ten laste hebt, hebt u daarnaast ook recht op een toeslag op de belastingvrije som van 1.690 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022). (Aanslagjaar 2024, inkomsten 2023: 1.850 euro).Die toeslag van 1.690 euro kan nog worden verhoogd met een bijkomende toeslag als u voldoet aan de volgende voorwaarden:
- Op 1 januari van het aanslagjaar maakten er geen andere personen dan uw kinderen, pleegkinderen, (achter)kleinkinderen, ouders, pleegouders, (over)grootouders, broers en zusters deel uit van uw gezin;
- Uw belastbaar inkomen bedraagt minder dan 20.740 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022). (Aanslagjaar 2024, inkomsten 2023: 22.720 euro);
- Uw nettoberoepsinkomsten bedragen ten minste 3.490 euro (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022), zonder rekening te houden werkloosheidsuitkeringen, pensioenen en afzonderlijk belastbare inkomsten. (Aanslagjaar 2024, inkomsten 2023: 3.820 euro).
Die bijkomende toeslag bedraagt:
- 1.090 euro, als uw belastbaar inkomen niet meer dan 16.370 euro bedraagt (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022);
- 1.200 euro, als uw belastbaar inkomen niet meer dan 17.940 euro bedraagt (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023);
- 1.090 euro x ((20.740 euro – uw belastbaar inkomen) / 4.370 euro), als uw belastbaar inkomen tussen 16.370 en 20.740 euro bedroeg (aanslagjaar 2023, inkomsten 2022)
- 1.200 euro x ((22.720 euro – uw belastbaar inkomen) / 4.780 euro), als uw belastbaar inkomen tussen 17.940 en 22.720 euro bedroeg (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023).
Besluit
Het is een heel kluwen om te bepalen of de inwonende zoon of dochter nog ten laste blijft wanneer hij of zij bijvoorbeeld zelf inkomsten heeft bijvoorbeeld uit studentenarbeid.
Zo zal moeten nagegaan worden of zij nog ten laste zijn op 1 januari van het jaar volgend op dat van het inkomstenjaar (op kot zijn in dan geen probleem), dat zij geen loon hebben ontvangen van uw eigen professionele uitbating en dus dit loon bij als kost werd afgetrokken, maar vooral of hun netto bestaansmiddelen een bepaald bedrag niet overschrijden bovendien in functie van het al dan niet gezamenlijk belast worden van de ouders!
De zoon of dochter zal dan ook een aangifte in de personenbelasting moeten indienen mét vermelding van het totaal van de belastbare inkomsten los van de bepaling van het gedeelte dat valt onder de netto bestaansmiddelen.
Vaak wordt ons de vraag gesteld wat het zou kosten moest de zoon of de dochter wat gaan “bijverdienen”. Naargelang het aantal kinderen of andere personen die als ten laste kunnen worden beschouwd kan het fiscaal nadeel toch enigszins oplopen door de stijging van de belastbare basis (zie de tabel hierboven).
Wil u ook weten wat de fiscale implicaties zijn voor uw specifieke situatie, aarzel dan niet, dan maken wij een simulatie. Neem dus gerust contact op!