Inleiding
Op 28 februari 2019 werd het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers aangenomen. Het WVV trad in werking op 1 mei 2019.
We hebben u reeds vroeger laten kennismaken met de belangrijkste wijzigingen waaronder:
- Het verenigingsrecht (o.m. de VZW’s) wordt eveneens opgenomen (mag wel winstoogmerk maar geen uitkering ervan aan stichters, leden, bestuurders …)
- Afschaffing onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen
- Vermindering van het aantal basisvormen
- Doorgedreven vereenvoudiging en flexibilisering bij de BV (voortaan dus besloten vennootschap)
- Een overgangsregeling in drie fasen
Op uitzonderingen na hebben de meeste van onze vennootschappen in het algemeen en onze apotheek- of artsenvennootschappen in het bijzonder de klassieke rechtsvorm van een “besloten vennootschap” of in het kort “BV”. Dit geldt ook voor onze holding- en managementvennootchappen.
Voor de volledigheid nog even vermelden dat veel rechtsvormen zijn wegvallen zoals de tijdelijke vennootschap, de stille vennootschap, de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, het economisch samenwerkingsverband, de landbouwvennootschap, de commanditaire vennootschap op aandelen, de vennootschap met sociaal oogmerk, de eenpersoons-BVBA en de starters-BVBA. Aldus moet voor deze rechtsvormen de vennootschap worden omgezet in een andere rechtsvorm volgens Boek 14 WVV. Voor de omzetting is een veslag van het bestuursorgaan nodig, een recente staat van actief en passief en een verslag van de commissaris als die er is. Zoniet is het een gecertifieerd extern accountant of een bedrijfsrevisor die het verslag opmaakt.
De rechtsvormen die blijven zijn: de bvba die dus BV wordt, de cvba die CV wordt, de maatschap, de vennootschap onder firma (VOF), de gewone commanditaire vennootschap (CommV), de naamloze vennootschap (NV) en volledigheidshalve de Europese vennootschap, de Europese Coöperatieve Vennootschap, het Europees economisch samenwerkingsverband.
Nieuwe vennootschappen opgericht vanaf 1 mei 2019 waren gehouden aan de bepalingen van het nieuwe WVV. Omzetting naar afgeschafte rechtsvormen kon niet meer.
Bestaande vennootschappen kunnen onder hun huidige rechtsvorm voorlopig blijven bestaan tot 31 december 2023.
Let op: Reeds vanaf 1 januari 2020 werd de wet voor bestaande vennootschappen al van toepassing. De bestaande statutaire bepalingen in strijd met de dwingende bepalingen werden dan als niet geschreven beschouwd, meer bepaald ging het om bepalingen inzake benamingen en afkortingen, de omzetting van kapitaal en wettelijke reserve naar vermogensrekening (zie verder) en de verplichte liquiditeits- en balanstest bij uitkeringen.
In deze tekst worden vooral de gevolgen voor de reeds bestaande BV’s behandeld.
Het WVV houdt een doorgedreven vereenvoudiging in door o.m. te kiezen voor meer aanvullend recht en meer flexibiliteit. Het voorheen wat stringentere karakter van de voorwaarden van de BV werd verlaten ten gunste van de beoogde contractuele vrijheid tussen partijen.
De naam van de rechtsvorm (benamingen en afkortingen)
De “bvba” (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) werd vervangen door “BV” (Besloten Vennootschap).
Het kapitaal en de wettelijke reserve
Het minimum bedrag van het kapitaal wordt afgeschaft. Dit wil zeggen dat de oprichters van de BV dus vrij hun aanvangsvermogen kunnen bepalen.
Het verlaten van het begrip minimumkapitaal ontslaat de oprichters er niet van de vennootschap over een “toereikend aanvangsvermogen” te laten beschikken. Dit kan bijvoorbeeld wel onder de vorm van (achtergestelde) leningen van de vennoten, statutaire bevriezing van inbrengen, inbreng in natura (nog steeds met controle door een bedrijfsrevisor). Even vermelden dat voortaan ook “arbeid” en “knowhow” kunnen ingebracht worden tegen een winstaandeel.
Inbrengen in een BV zullen voortaan slechts uitgekeerd kunnen worden indien de statuten dit voorzien. Indien dit niet voorzien is moet er een statutenwijziging doorgevoerd worden.
Door de afschaffing van het kapitaalbegrip is de BV aldus geen kapitaalvennootschap meer.
Er worden strengere eisen gesteld inzake de inhoud van het financieel plan bij oprichting.
De afschaffing van de kapitaalvereiste heeft ook belangrijke gevolgen voor de grenzen van de uitkeerbare winst en voor de toepassing van de alarmbelprocedure, die beiden in het oude wetboek aan het maatschappelijk kapitaal gekoppeld waren.
Volgens het nieuwe wetboek worden uitkeringen voortaan onderworpen aan twee voorwaarden:
- er mag niet tot uitkering besloten worden als het netto-actief negatief is, of ten gevolge van de uitkering negatief zou worden (de balanstest);
- het bestuursorgaan mag het uitkeringsbesluit slechts uitvoeren als het heeft vastgesteld dat de vennootschap na de uitkering haar schulden kan voldoen naarmate ze opeisbaar worden over een periode van minstens 12 maanden vanaf de datum van de uitkering (de liquiditeitstest).
Deze dubbele toets geldt ook voor de alarmbelprocedure die moet worden toegepast als het netto-actief negatief is of zelfs negatief dreigt te worden en als het bestuursorgaan vaststelt dat het niet langer vaststaat dat de vennootschap haar schulden zal kunnen voldoen naarmate ze opeisbaar worden over een periode van minstens 12 maanden.
Het kapitaal en de wettelijke reserve kunnen (door een statutenwijziging) uitkeerbaar worden gemaakt zoniet worden zij als een onbeschikbare eigen vermogensrekening beschouwd.
Door het wegvallen van een kapitaalbegrip valt mutatis mutandis ook de wettelijke reserve weg.
De mogelijke eenhoofdigheid
In de klassieke bvba moest U in principe met minstens twee aandeelhouders zijn. Deze verplichting is weggevallen. Voortaan kan de BV dus opgericht en bestuurd worden door één natuurlijke- of rechtspersoon.
De mandataris van de BV
Op het vlak van bestuur verandert er weinig voor de BV. Deze wordt geleid door één of meerdere bestuurders (voorheen zaakvoerders) die ieder integrale bevoegdheden hebben.
Zoals dit voor alle vennootschappen en verenigingen geldt, kan dus ook binnen de BV een dagelijks bestuur worden ingericht (opgelet: steeds zelfstandigen, géén werknemers).
De vaste vertegenwoordiger van de BV is voortaan steeds een natuurlijk persoon.
Er kan ook voor bestuurders voortaan in een ontslagbescherming worden voorzien door het afspreken van een opzegtermijn en/of een opzegvergoeding. (voorheen een ontslag “ad nutum”)
De aansprakelijkheid van de bestuurder (of het college van bestuurders) in de BV
De aansprakelijkheid van bestuurders van vennootschappen, verenigingen en stichtingen wordt wettelijk beperkt. Deze beperking geldt voor vorderingen van de vennootschap en van derden.
In functie van de omzet en het balanstotaal kan een bestuurder voortaan niet voor een hoger bedrag worden aangesproken dan tot een plafond tussen 125.000 en 12.000.000 € (!).
Deze beperking geldt enkel voor zogenaamd ‘lichte’ fouten en dus bv. niet voor een zware fout of herhaaldelijke lichte fouten.
De beperking van aansprakelijkheid geldt bovendien nooit voor gevallen van bedrieglijk opzet of bij aansprakelijkheid bij fiscale en sociale schulden zoals onbetaalde sociale zekerheidsbijdragen, BTW en bedrijfsvoorheffing.
Invoering van de statutaire zetelleer
Hiermee wordt bedoeld dat enkel de statutaire zetel geldt als criterium van welk vennootschaps- of verenigingsrecht effectief van toepassing is en dus nooit de werkelijke zetel (bv. buitenland).
Het stemrecht en de overdracht van aandelen
In de BVBA moesten zowel de winstverdelingsrechten als het stemrecht evenredig zijn aan de inbreng van de verschillende aandeelhouders. Voortaan kunnen, mits een statutenwijziging, aandelen met een meervoudig stemrecht worden uitgegeven. Dit kan o.m. belangrijk zijn bij familiale planning.
De overdracht van aandelen van een BV is momenteel aan allerlei dwingende beperkingen onderworpen. In de statuten zal men voortaan een vrijere overdraagbaarheid kunnen voorzien. Tevens wordt de inkoop van eigen aandelen door de BV versoepeld. Bovendien wordt de uittreding van een aandeelhouder (en de berekening van zijn/haar scheidingsaandeel) alsook de uitsluiting wettelijk geregeld en kan dit dus in de statuten worden opgenomen.
In werking treden van het WVV – de vervaldag dient zich aan!
Zoals reeds gezegd, integraal vanaf 1 mei 2019 voor nieuwe vennootschappen.
Vanaf 1 januari 2020 gingen de regels van het WVV voor bestaande vennootschappen, verenigingen en stichtingen daadwerkelijk in. Vanaf 1 januari 2020 is men verplicht de statuten integraal aan te passen bij een eerste statutenwijziging.
31 december 2023 – uiterste vervaldag!
31 december 2023 is de uiterste datum voor de statutenwijziging voor bestaande vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Niet meer toegelaten rechtsvormen worden dan bij gebrek aan actie van rechtswege omgezet naar de meest erbij aanleunde rechtsvorm. Zo wordt de commanditaire vennootschap op aandelen van rechtswege een naamloze vennootschap met een enige bestuurder. De landbouwvennootschap wordt een VOF als er stille vennoten zijn en een CommV. Een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid wordt een VOF en een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die niet aan de definitie van coöperatieve vennootschap beantwoordt, wordt een besloten vennootschap (art. 41,§2 wet van 23.03.2019).
De bestuurders kunnen persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade geleden door de vennootschap of derden ten gevolge van de niet-naleving van deze verplichtingen voortvloeiend uit niet aangepaste statuten.
Als accountants zullen wij onze cliënten-vennootschappen die in aanmerking komen om hun statuten alsnog aan te passen rechtstreeks aanschrijven en desgewenst begeleiden. Op die wijze zijn onze vennootschappen tijdig op de hoogte gesteld van de nakende verplichting en kan de statutenwijziging zorgvuldig en in alle rust worden afgewerkt.
Wij zijn de mening toegedaan dat deze statutenwijziging niet lichtzinnig mag opgevat worden. Er zal overleg moeten komen met de notaris, de statuten moeten gecoördineerd worden, nuttige vermeldingen zullen aan bod kunnen komen zoals de mogelijkheid om digitaal te vergaderen, interim dividenden uit te keren, uitkering van inbrengen, flexibiliteit in het uitkeringsbeleid via diverse soorten aandelen, het wegvallen van de eventuele volstortingsverplichting kapitaal, enzovoort. Bij die gelegenheid kan best onderzocht worden of er mogelijke combinaties kunnen met eStox (digitaal aandelenboek), aanpassing UBO-register en vele andere zinvolle aanpassingen, wettelijk verplicht of niet.
Besluit
Het is van 1999 geleden dat het Wetboek Vennootschappen werd ingevoerd. Het was, ondanks verschillende coördinaties, helemaal niet meer aangepast aan de behoeften van vandaag.
Met dit nieuwe WVV beoogt de wetgever een doorgedreven flexibiliteit die vooral mooi tot uitdrukking komt in de bepalingen van de BV, rechtsvorm die in deze bijdrage de volle aandacht kreeg.
Het belang van het aanvullend recht of de mogelijkheid van de initiatiefnemers van de BV om te kunnen afwijken van de door de overheid ingestelde standaard aan wettelijke regels geeft de mogelijkheid om de onderneming te modelleren in functie van haar specifieke noden.
Daar waar de “oude” bvba een strikt “besloten” vennootschap was (aandelen moeilijk overdraagbaar), bestaat nu dus de mogelijkheid om ze desgewenst meer “open” te maken.
Tenslotte de nieuwe mogelijkheid om uit te treden uit de BV lastens het vennootschapsvermogen schept nieuwe opportuniteiten.
Deze en andere al dan niet verplichte wijzigingen hebben betrekking op een statutenwijziging die voor het einde van 2023 rond moet zijn bij alle vennootschappen behalve deze die nieuw opgericht zijn of hun statuten recent hebben aangepast of kortelings zullen aanpassen.
Het spreek voor zich dat wij nu reeds klaar staan mocht u ook in dit verband vragen hebben.
Het Accountancy KAVA-team