Blog

Enkele belangrijke actuele fiscale weetjes

Sociale bijdragen

De sociale bijdrage in hoofdberoep bedraagt 20,5% op uw jaarlijkse netto belastbaar beroepsinkomen (niet voor werknemers) van een volledig jaar zelfs al werkt u slechts een deel van het jaar, dan wordt dit dus steeds op jaarbasis omgerekend.

Dat netto belastbaar jaarinkomen gaat over de belastbare inkomsten verminderd met de beroepskosten en de werkelijk betaalde sociale bijdragen zelf.

De voorlopige sociale bijdragen van een zelfstandige worden steeds berekend op de geherwaardeerde inkomsten van 3 jaar geleden of bij starters over de geraamde inkomsten. Dat wil zeggen dat voor de berekening van 2023 er als referentie gekeken wordt naar de inkomsten van 2020 die dan nog geïndexeerd moeten worden. Deze termijn van drie jaar heeft te maken met de periode dat de bedrijfsinkomsten waarop de sociale bijdragen van toepassing zijn nog door FOD Financiën kunnen worden aangepast. Wanneer uw organisme de bevestigde inkomsten van de fiscale overheid krijgt, maakt zij de definitieve afrekening op.

Inmiddels is in deze periode deze indexatie nu ongewoon hoog. Daardoor bedraagt de bedoelde indexeringscoëfficient maar liefst 18,31 %! Aangezien het wettelijk bijdragepercentage zelf ongewijzigd blijft, heeft de inflatie echter geen effect op de berekening van de definitieve sociale kwartaalbijdrage van de zelfstandigen, vrije beroepen en mandatarissen.

Wat kan u doen?

  1. U kan aan uw sociaal verzekeringsfonds een herberekening van uw voorlopige bijdrage op basis van het geraamd inkomen aanvragen als u zeker weet dat uw geraamd inkomen de indexstijging niet zal volgen.
  2. Of u kan het inkomen uit de vennootschap verhogen om zo het verschil bij de passen voor uw eindafrekening. Een voorbeeld: Een voorlopige bijdrage op 45 000 euro in 2020 stemt overeen met een definitieve bijdrage op 53 000 euro in 2023. Daaruit volgt dat je het inkomen uit de vennootschap zou kunnen verhogen met 8 000 euro zonder bijbetaling in de eindafrekening sociale bijdragen en zonder de voorlopige bijdrage te moeten aanpassen. Hou er rekening mee dat er dan wat meer bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden aangezien uw belastbaar inkomen dan ook gestegen is.
  3. Doet u niets en blijft uw bedrijfsinkomen identiek, dan zal u hoe dan ook de teveel betaalde kwartaalbijdragen later recupereren.

Conclusie: Buiten de belastingdruk zal u dus zonder verhoging van de sociale kwartaalbijdragen het jaarinkomen beperkt kunnen optrekken zo u dat wil. Doet u dat niet dan zal u na verloop van tijd de teveel betaalde bijdragen in uw voordeel afgerekend krijgen.

Indien u het opportuun acht kunnen wij voor u de simulatie maken om te zien in welke mate dit voor u van belang kan zijn. Contacteer daarvoor gerust uw dossierverantwoordelijke bij Accountancy Kava!

Bevestiging van de UBO-vermeldingen

De uiteindelijke begunstigde is de natuurlijke persoon die eigenaar is of die rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap heeft over een organisatie of een vennootschap. Dit zijn hoe dan ook zij die meer dan 25% van de stemrechten, de aandelen of het kapitaal in een rechtspersoon bezitten. De meeste van onze vennootschappen zijn rechtstreeks of onrechtstreeks in bezit van natuurlijke personen en dit voor meer dan 25%.

Wij brengen u nog even kort de verplichting van de jaarlijkse bevestiging van de vermeldingen in het UBO-register (Ultimate Beneficial Owners) in herinnering. De verantwoordelijkheid van de volledigheid en correctheid ligt immers bij u als bestuurder. Uiteraard staat Accountancy KAVA klaar om u daarvan te ontlasten en dit op ons te nemen als u dat wenst. Neem contact op om de mogelijkheden te bespreken.

Jaarlijks betekent dat binnen de 12 maanden na uw laatste handeling in het UBO-register. Als u bijvoorbeeld op 15 juli 2022 een handeling in het UBO-register uitvoert, moet u deze ten laatste op 15 juli 2023 bevestigen. Wordt een wijziging aangebracht dan geldt deze automatisch als bevestiging en begint de nieuwe termijn van de 12 maanden te lopen.

De uiteindelijke begunstigden (wie daadwerkelijk achter de organisatie zit) van een organisatie zoals Belgische vennootschappen, vzw’s, trusts en stichtingen dienen geregistreerd te worden in het UBO-register. Elke geregistreerde entiteit is ook verplicht om jaarlijks deze gegevens opnieuw na te kijken en te bevestigen.

Het UBO-register moet in twee gevallen worden aangepast:

Er doet zich een wijziging voor, deze zal u doorgeven binnen de maand na het feit;

Er doet zich geen wijziging voor in de begunstigden, dan moet dit op zich bevestigd worden.

Wat houdt de jaarlijkse bevestiging in?

  1. Aanloggen bij uw organisatie bij MyMinFin. Ga naar het UBO-register van uw organisatie of gebruik deze link: https://financien.belgium.be/nl/ondernemingen;
  2. U controleert of deze gegevens nog steeds correct zijn of wijzigt eventuele inschrijvingen;
  3. Daarna klikt u onderaan op de groene knop ‘jaarlijkse bevestiging’ op de pagina van het overzicht van uw inschrijvingen.

U kan via de e-box (elektronische brievenbus van de overheid) van uw onderneming een automatische herinnering instellen zodat u één maand voor de vervaldag een melding krijgt tot aanpassing van het UBO-register.

Noteer even dat de fiscale overheid reeds boetes heeft uitgestuurd aan de entiteiten die zich niet in orde hebben gesteld.

Zoals gezegd, uw dossierverantwoordelijke staat ook hier klaar om u bij te staan bij deze jaarlijkse wettelijke verplichting.

Genderneutrale belastingaangifte PB, inkomsten 2022 – Aj. 2023

U weet ongetwijfeld dat tot nu toe de gegevens te vermelden op de aangifte personenbelasting bij een koppel van een verschillend geslacht in de linkse kolom aangegeven worden als het de man betreft en dus rechts de gegevens van de vrouw. Gaat het om een koppel van eenzelfde geslacht dan gingen de gegevens van de oudste steeds in de linker kolom.

De laatste regel geldt voortaan voor alle koppels die een gemeenschappelijke aangifte indien. De gegevens van de oudste partner komen aldus steeds in de linker kolom.

Annualiteit van de aftrekbaarheid van inkomende facturen

Accountancy Kava heeft reeds een omstandige bijdrage geleverd met betrekking tot de aftrekbaarheid van kosten en uitgaven in het juiste jaar. Zie hiervoor gerust onze bijdrage: https://accountancy.kava.be/admin/entries/articles/3243-tijdige-aftrek-van-kosten-opgepast-voor-art-49-wib

Volgende conclusies werden getrokken:

  1. Om redenen van financiële aard kan U best de facturen zo vroeg mogelijk boeken, betaald of niet.
  2. Boek uw kosten en uitgaven zeker in het jaar van de besteding en de ontvangst van de factuur. Indien U ze in een volgend jaar betaalt en dan pas boekt, is de kost mogelijk definitief verloren.
  3. De actuele mogelijkheden van ad-hoc elektronische verwerking van boekhoudstukken zal deze problematiek vast en zeker ten goede komen.

Uw leverancier heeft in principe tijd tot de 15de dag volgend op de maand waarop de BTW opeisbaar wordt. Dit laatste betekent de levering van het goed of van de dienst.

Zoals we in het bedoelde artikel aantonen is het voldoende dat op fiscaal vlak, het vooral gaat wanneer in functie van artikel 49 WIB92, de kost of uitgave zijn gedragen of gedaan in een bepaald jaar. Door de levering van het goed of het beëindigen van de dienstverrichting bestaat een vaststaande en zekere schuld aan de leverancier die u dan moet aantonen door bijvoorbeeld een leveringsbon.

Betaalt u de leveranciers, zelf al heeft die zijn factuur nog niet overgemaakt, dan zijn deze kosten en uitgaven voor u aftrekbaar.

Het is en blijft dus belangrijk na te gaan wanneer iets voldoet aan voormeld artikel 49 WIB92. Wij herhalen het gestelde in onze bijdrage in dit verband:

“U heeft m.a.w. niet de mogelijkheid te kiezen wanneer U een schuld boekt als deze ondertussen zeker en vaststaand is.

Noteer dat de rechter dit standpunt van de administratie telkenmale onderschrijft.

De datum van het (laten) boeken van de factuur kan dus ook om die reden best niet afhankelijk gesteld worden van de datum van de betaling.

Kort samengevat wil dit zeggen dat uw controleur de aftrek kan (en zal) weigeren van uitgaven en kosten, in het algemeen aftrekbare uitgaven die zeker en vaststaand zijn in 2022, maar die U bijvoorbeeld slechts boekt in het begin van het volgende jaar 2023, bijvoorbeeld na de betaling in januari of februari 2023.

Uw accountant die deze facturen van 2022 ontdekt in 2023, kan soms nog het nodige rechtzetten via de zogenaamde “overlopende rekeningen”. Dit kan echter slechts zolang de boekhouding van het betrokken jaar nog niet is afgesloten.

Dit alles wil zeggen dat de wel degelijk gemaakte én betaalde kosten fiscaal niet meer fiscaal aftrekbaar zouden kunnen worden!”

We zien dat nog steeds apothekers en artsen hun facturen pas overmaken nadat ze zijn betaald. Dit houdt dus een concreet risico in van aftrekbaarheid. Bovendien zal u soms de BTW slechts na verloop van het volgende kwartaal kunnen aftrekken.

De aftrek van de BTW is hoe dan ook slechts mogelijk vanaf de ontvangst van de factuur. Dit is dus anders op het vlak van de directe belastingen.

Wil u meer duiding over deze zaak, aarzel niet en neem contact op met uw dossierverantwoordelijke bij Accountancy Kava!